Stof tot nadenken

Letje Annabetje Bot

Letje Annabetje Bot woonde in een suikerpot,
in een suikerpot met oren en wat bloemetjes van voren.
Zachtjes zei ze: Wat ben ík met dit huisje in mijn schik!
Maar de buren vonden 't gek en ze kwamen voor het hek
en toen kreeg je dit gesprek:
Woon je nou niet veel te klein?
Nee, ik zit hier reuzefijn!
Als het vriest, wat doe je dan?
Trek ik twintig jassen an!
Maar bij wind en regenweer?
Dan laat ik het deksel neer!
En waar doe je nou je was?
Voor mijn huisje, in het gras!
Zeg, je hebt niet eens een bel!
Mijn bezoekers kloppen wel!
En dat vroeg en vroeg maar toe,
Letje werd die mensen moe.
Ze gaf niemand antwoord meer,
en ze hing een bordje neer:
Hoe ik woon, dat zijn míjn zaken,
niemand heeft daarmee te maken!
Ook al zat ik in een slof,
in een kolenkit vol stof,
in een sok, een droge sloot,
in een halve kokosnoot,
in het nachthok van de haan,
wat gaat dat een ander aan?
Toen deed ze met kwaad gezicht,
één, twee, peng! het deksel dicht.
Niet zo erg beleefd, dunkt mij.
Maar....ze had gelijk! Wat jij? 

Ik ben lekker stout

Ik wil niet meer, ik wil niet meer!
Ik wil geen handjes geven!
Ik wil niet zeggen elke keer:
Jawel mevrouw, jawel meneer...
nee, nooit meer in m'n leven!
Ik hou m'n handen op m'n rug
en ik zeg lekker niks terug!

Ik wil geen vieze havermout,
ik wil geen tandjes poetsen!
'k Wil lekker knoeien met het zout,
ik wil niet aardig zijn, maar stout
en van de leuning roetsen
en schipbreuk spelen in de teil
en ik wil spugen op het zeil!

En heel hard stampen in een plas
en dan m'n tong uitsteken
en morsen op m'n nieuwe jas
en ik wil overmorgen pas
weer met twee woorden spreken!
En ik wil alles wat niet mag,
de hele dag, de hele dag!

En ik wil op de kanapee
met hele vuile schoenen
en ik wil aldoor gillen: Nee!
En ik wil met de melkboer mee
en dan het paardje zoenen.
En dat is alles wat ik wil
en als ze kwaad zijn, zeg ik: Bil!

olifantje in de boom

Geef nooit op!

Er zit een olifantje in de boom,
hij rommelt wat met takken en met touwen,
hij wil zo graag een vogelnestje bouwen,
en langzaam bouwt hij verder aan zijn droom.

Eindelijk is olifantje klaar,

en zit hij bovenin zijn nest te wiegen,
hij denkt: nu zou ik ook nog willen vliegen,
het hoeft niet lang - al is het éven maar.

Hij klimt vanuit de boom weer op de grond,
en zegt: ik moet dat vliegen kunnen leren,
ik kan het toch gewoon een keer proberen,
en zwaaiend met zijn oren rent hij rond.

Maar ach - het lukt hem niet zo snel,
hij springt - maar valt dan keihard op zijn billen,
van schrik begint hij vreselijk te trillen,
en snikt : misschien lukt eitjes leggen wél!

Life is short

Break the rules.
Forgive quickly.
Kiss slowly.
Love truly.
Laugh uncontrollably.
And never regret anything that made you smile.